Brandblusinstallaties
Een brandblusinstallatie ofwel brandbluscentrale wordt toegepast voor het aansturen van een brandblussysteem. Deze centrales moeten voldoen aan de EN-12094-1 en SVI regelgeving.
Een brandblusinstallatie kan op twee manieren worden aangestuurd:
-
01Een brandmeldinstallatie, die in de beveiligde ruimte met blussing is aangepast (2 melder afhankelijk, alarmering, doormeldingen, etc.), geeft een seintje aan een brandbluscentrale. Deze activeert vervolgens de blusinstallatie;
-
02Er wordt een brandbluscentrale (EN-12094) geplaatst die de brandblusinstallatie aanstuurt en d.m.v. potentiaal vrije contacten doormeldt naar een brandmeldinstallatie.
Automatische brandblusinstallatie
Onderstaand de acties welke de installatie genereert middels automatische branddetectie (twee-melder, twee groepsafhankelijk of aspiratie):
NR. | Actie | Toelichting |
1 | 1e melding (1e detector wordt aangesproken) |
optisch & akoestisch alarm (pulsende toon) gaat af. Wordt ook wel Slow-Whoop genoemd. Verder wordt via de vrije potentialen contacten (wanneer ingesteld) een sein gestuurd naar de alarmcentrale en eventuele luchtbehandelingssystemen uitgeschakeld; |
2 | 2e melding (2e detector wordt aangesproken) |
optisch & akoestisch alarm (gelijkluidende toon) gaat af. Dit zowel binnen als buiten de ruimte; er gaat een vertraging in van 30 seconden, waarna de blusinstallatie wordt geactiveerd; |